De UStG belt aan bij Ilse (40). Dit is een geanonimiseerd interview en Ilse is niet haar werkelijke naam. Zij woont met haar partner in een rustige straat in een bovenhuis in de binnenstad en jawel, ook zij heeft last van burengerucht door studenten.
USTG: “Het is moeilijk voor te stellen dat hier overlast is. Het is nu natuurlijk overdag, en het ziet er rustig uit.”
Ilse: “Het valt tegenwoordig erg mee. Ik denk dat we eens in de twee, drie weken last hebben. Het heeft te maken met de smalle straat en de manier waarop ons huis is gebouwd. Zodanig dat als er beneden op straat gepraat wordt, wij het bijna kunnen verstaan. Het huis is voorzien van alle moderne isolatie, dus daar kunnen we niet veel meer aan doen.”
Ze ervaart een verschil tussen last en overlast naargelang het al dan niet aanspreekbaar zijn van de mensen die het geluid produceren. Bij degenen die ze kent, kan ze langsgaan of zelfs appen. Als ze aangeeft dat er herrie is en vriendelijk vraagt of ze stil willen zijn, gaat dat meestal goed.
Anderen, verderop, kent ze niet en daar krijgt ze geen contact mee. Ze doen niet open als ze aanbelt en dat is erg onplezierig, vindt Ilse. Dat is een groot verschil in beleving.
Ilse: “Voordat we er een beetje grip op kregen, verstijfde ik bij lawaai, als een soort stressreactie. Je voelt dat je lijf heel actief wordt, waarbij je ook scherper gaat luisteren. Ook al stopt het daarna, dan moet je eerst weer uit die stresssituatie komen, voordat je kunt slapen. Dat maakt het zo lastig. De overlast zit voor een deel in je eigen reactie erop. Nu denk ik: ach, het zijn die studenten maar en die gaan zo meteen weer weg.”
Met andere omwonenden is Ilse onlangs een traject ingegaan met de huiseigenaren en de gemeente. De verantwoordelijken worden nu op hun gedrag aangesproken. Gelukkig is nu ook bij de studenten het besef gekomen dat zij rekening moeten houden met anderen. Ilse en andere omwonenden hopen dat de huisbaas van de studenten bij elke nieuwe lichting studenten de regels nog eens onder de aandacht brengt.
Ilse: “Ik heb steeds geprobeerd om me in te leven in de andere partij. Ik ben zelf ook student geweest. Wat zij doen, is voor hun leeftijd eigenlijk normaal gedrag, maar in een abnormale situatie. Dat je met een groepje aan het kletsen bent terwijl je je fiets van het slot afhaalt, is normaal gedrag. Maar het galmt hier enorm. De meeste studenten proberen zich volgens mij ook wel aan te passen aan de buurtbewoners, maar het gaat met ups en downs. Volgens mij is de uitdaging voor mensen met geluidsoverlast, om begrip en empathie te kweken voor de situatie, zonder te veel dingen door de vingers te zien en zonder al te gestrest te raken. Het is fijn dat de huiseigenaren nu ook wat druk zetten.”
USTG: “Als je weet dat je straat fungeert als een klankkast en je bent daar in de loop van jaren verscheidene malen op geattendeerd, zou je toch wel eens mogen denken, laten we eens wat zachter doen bij het weggaan en weer thuiskomen.”
Ilse: “Dat doen de meesten ook. Maar ze krijgen natuurlijk ook wel eens bezoek.”
USTG: “Bezoek is prima, maar als dat 20 of 30 man is, is dat een feestje en dan huur je toch een zaaltje.”
Ilse: “Niet als je al met meer dan tien in een huis woont. En als ze dan met zijn allen weggaan… Inmiddels gaan ze eigenlijk altijd redelijk bijtijds weg. Ik hoor ze tegenwoordig ook ‘ssst ssst’ naar elkaar zeggen. Het dringt dus wel door. Het is te hopen dat het niet alleen met deze groep een tijdje goed gaat, maar dat de afspraken bij nieuwe bewoners worden doorgegeven.”
USTG: “Ze beïnvloeden ook elkaar, bijvoorbeeld als een groep rustig buiten zit en er komt er eentje bij die gilt: ‘we gaan zuipen’ en de muziek keihard aanzet, dan schreeuwt de hele massa mee.”
Ilse: “Ja, dan krijg je groepsdruk en dat maakt het soms lastig. Dat hoort bij 20-jarigen en dat gaat zo af en toe sowieso gebeuren. Maar eigenlijk hebben we op dit moment relatief het meeste last van langslopende en langsfietsende groepen mensen. Ze komen naar je toe lopen of fietsen, je wordt wakker, ze lopen door en je slaapt weer in. Maar elke keer dat je wakker wordt, denk je: staan ze stil of bewegen ze? En als ze bewegen, zijn ze zo weer weg. Staan ze stil, dan vraag je je af: wie zijn het, hoe lang gaat dit duren?
In het begin zijn er echt wel momenten geweest waarin ik me afvroeg of het wel slim is geweest om dit huis te kopen. Maar op dit moment ben ik blij met hoe het er nu aan toegaat en woon ik met veel plezier in deze wijk.”